Uitstekend resultaat

13. De liefde

Ik nam een studie op aan de zonnige universiteit van Californië. Boekhouding, dat leek me wel een rustig en veilig beroep waar ik niemand kwaad mee kon doen. Met moeite worstelde ik me door de stof, maar ik hield vol en uiteindelijk kon ik met mijn diploma een baantje krijgen voor een bedrijf dat koperen leidingen aan de man bracht. Eigenlijk deed ik het nog niet eens zo slecht.

Al na een paar jaar klom ik op en werd vertegenwoordiger in koelkasten. Mijn werk gaf me overdag afleiding genoeg. De wereld van de koelkasten had niets te maken met oorlog en bommen. Hun tastbaarheid hielp mij om aanwezig te blijven. De concrete vragen van klanten deden de rest. Ik maakte lange dagen en viel ’s avonds doodmoe in slaap. Inmiddels woonde ik in een eigen appartement. Ook mijn zus was vertrokken uit het ouderlijk huis waar mijn vader zijn laatste dagen sleet en we zagen elkaar alleen nog rond de feestdagen. De anderen waren blij dat ik eindelijk mijn draai had gevonden.

Zo leefde ik voort, totdat ik Lilly tegenkwam. Lilly, de zon in mijn leven. Ze begon als stagiaire bij het bedrijf waar ik werkte. Iedereen merkte haar meteen op. Ze was vrolijk en spontaan. Naast haar jeugdige onbezorgdheid voelde ik me een oude man. We scheelden ook een flink aantal jaren, maar daar leek zij zich niet aan te storen. Vanaf de allereerste dag trok Lilly naar mij toe. Er waren zoveel jongere collega’s die er aantrekkelijker uitzagen en haar meer te bieden hadden, dat ik in het begin behoorlijk afhield. Om de een of andere reden had zij echter haar hart op mij gezet en liet zich niet weerhouden. Ik kan niet beschrijven hoeveel geluk dat in mijn leven bracht.

In het begin was het moeilijk om mij voor haar liefde open te stellen. Zo’n groot cadeau leek ik niet te verdienen. Maar zij was er en ging niet meer weg. Haar vrolijkheid en levenslust werkten besmettelijk. Langzaam begon ik te geloven dat haar attenties echt voor mij bedoeld waren. Altijd was er echter dat stemmetje achterin mijn hoofd. Natuurlijk zou ze mij meteen verlaten als ze wist wie ik werkelijk was en wat ik op mijn geweten had. Ik verdiende geen liefde, ik verdiende de doodstraf.

Het kostte mij een flinke tijd om de moed te vatten haar de waarheid te vertellen. Tot nu toe had ik altijd flink te koop gelopen met mijn verschrikkelijke daad op zoek naar een oplossing, een antwoord of vergeving. Dit keer was ik echter te bang om Lilly kwijt te raken. Achteraf totaal onnodig, want niets kon haar goede humeur ooit bederven. Voorzichtig deed ik mijn verhaal uit de doeken en ze reageerden liever dan wie ook. Waar anderen vaak wegstapten en de diepte van mijn gevoelens niet konden aanhoren, daar ging zij volkomen serieus op mijn probleem in. Ze vroeg door, wilde de onderste steen boven hebben en kwam tot de conclusie dat ik niet degene was die het doel had gekozen, noch de persoon die het besluit had genomen de bom af te werpen. “Jij was een soldaat in het leger en moest de bevelen van hogerhand aannemen.” Lilly was geschokt om te horen hoe jong wij als bemanning van de Enola Gay waren geweest. Ze vond het misdadig dat onze legerleiding zo’n grote verantwoordelijkheid op de schouders van zulke jonge mannen had gelegd. “Jonge knullen,” zei ze met een vertederde stem. In haar ogen was de oorlog zelf een misdaad tegen de menselijkheid en daarmee was iedereen in ons land even schuldig aan de gevallen doden en gewonden van Hiroshima of waar dan ook.

Haar oordeel deed mij goed. Deze daad was mijn erfenis, dat wist ik, maar Lilly hielp het samen te dragen. Meer dan wie ook op aarde ooit zou kunnen bevatten koesterde ik alle blijken van tederheid en zachtheid. Nooit nam ik haar aandacht en liefde als vanzelfsprekend aan. Iedere maaltijd samen, elke ochtend dat ik naast haar wakker mocht worden, het waren geschenken uit de hemel en eindelijk lukte het me om dit geluk aan te nemen. Mijn schuldgevoel was niet weg. Ik kon me er af en toe nog behoorlijk in verliezen, vooral in de week van de zesde augustus… Maar op de een of andere manier kon ik toch telkens terugkeren naar de lichtheid in mijn leven.

Ons huwelijk werd bekroond met een prachtige gezonde dochter, Claire. In het begin was ik als de dood dat zij ons weer zou worden afgenomen, maar niets bleek minder waar. Een jaar later werd onze tweede dochter geboren, blozend en welvarend, Lucie. Beiden groeiden voorspoedig op. Iedere avond zat ik aan het hoofd van de tafel en keek welbewust om mij heen. Ik had een heerlijk huis, voldoende geld, mijn prachtige gezin en ook nog allemaal gezond. Nu ik met zoveel geluk gezegend was kon ik moeilijk volhouden dat God mij wilde straffen. Ik probeerde daarop te vertrouwen en mee te liften op de vrolijkheid en de gezelligheid van mijn drie meiden. Als ik naar binnen schouwde, diep in mijn ziel, dan was daar nog wel dat knagende stemmetje van mijn schuldige geweten, maar het lukte me in die tijd om daaraan voorbij te leven.

Met Lilly had ik een duidelijke afspraak. Tegen haar, in de beslotenheid van onze slaapkamer, mocht ik klagen en zeuren over mijn bezwaarde gemoed zoveel als ik nodig had. Dan sloeg ze haar armen en benen om mij heen en kroop ik diep weg in haar veilige holletje. Zo liggend, met mijn gezicht tegen haar warme blote borsten, kwam ik vanbinnen weer tot rust, voelde dat het leven goed was en dan kon ik er weer tegen. Als de kinderen erbij waren echter, spraken we nooit over “dat onderwerp”. Lilly wilde onze dochters daar niet mee bezwaren. Ze waren nog veel te jong om iets te weten over de oorlog en de rol die hun vader daarin had gespeeld. Ook ik wilde mijn kinderen niet opzadelen met mijn eigen belaste verleden. Het liefst zou ik alle pijnlijke dingen van het leven bij hen weghouden en ik bad, net als elke ouder, dat zij nooit te maken zouden krijgen met geweld, verkrachting of andere ellende. Vooral hoopte ik vurig dat zij nooit voor zo’n moeilijke keuze als ik zouden komen te staan.

Alhoewel, in hoeverre had ik ooit een keuze gehad? Er is geen moment geweest dat ik heb lopen dubben en alles tegen elkaar afwegend een knoop heb doorgehakt. Het was allemaal al gebeurd voordat ik me goed en wel realiseerde wat ik eigenlijk gedaan had. Dat kwam pas naderhand. Op het moment zelf waren wij trots dat de missie zo goed geslaagd was. “Uitstekend resultaat” rapporteerde ik aan de legerbasis en dat bericht werd tot mijn grote genoegen meteen doorgestuurd naar de president van Amerika. Wij kregen medailles en kwamen in de krant. Ik bedoel, wij hebben het uitbundig gevierd en zijn binnengehaald als helden. Soldaten bedankten ons voor het redden van hun leven. Als ik daar nog aan terugdenk voelt dat heel bevreemdend.

Onze oudste dochter Claire aarde naar mij en erfde ook mijn technische inzicht. Op school hield ze van de exacte vakken als wiskunde en natuurkunde. Op een dag kwam ze opgewonden thuis. “Alles bestaat uit atomen,” riep ze, “de hele wereld, alle dingen, ook jij en ik.” Vrolijk pakte ze een koekje uit de trommel en nam een hap. Net als mijn eigen moeder zaliger zat ik iedere middag na schooltijd thuis met koekjes en melk om mijn dochters op te vangen. De zaken gingen goed en ik werkte nog maar halve dagen. “Ook dit koekje zit vol atomen,” lachte Claire met volle mond. “Ze bewegen de hele dag, die atomen, dus eigenlijk is alles voortdurend in beweging, al lijken de dingen gemaakt van vaste materie.” Bedachtzaam streek ze met haar hand over het tafelblad voor haar neus. Ik hield mijn adem in. Een les over atomen moest in mijn beleving wel leiden tot informatie over de atoombom. Daar bleek echter niets van. Vol enthousiasme babbelde ze verder over dat een kleine stip, zeg maar zo groot als de punt in een boek, uit wel 250.000.000.000 atomen bestond. “Moet je nagaan, dan besta ik zelf uit ontelbaar veel onzichtbaar kleine wriemelende atoomdeeltjes!” Ik begreep haar fascinatie voor deze duizelingwekkende getallen.

Nadat ze haar melk op had, nam Claire nog een koekje uit de trommel en ging naar boven om haar huiswerk te maken. Mij alleen met mijn eigen gedachten achterlatend. Ik haalde diep adem en staarde naar het tafelblad. Op de een of andere manier drong de gedachte dat ikzelf uit een oneindige hoeveelheid atomen bestond diep bij mij naar binnen. Eén enkele atoom was in staat de kracht van een atoombom op te wekken. Over hoeveel energie kon een mens dan wel niet beschikken?! De bom had volgens de wetenschappers een bovennatuurlijke intensiteit, vele malen feller dan de zon. Als een bliksemflits trof dat inzicht mij. Ik had een oneindig potentieel aan kracht in mij. Een goddelijk vermogen dat verwoestend kon zijn als een bom, maar natuurlijk net zo goed heilzaam als het zonlicht zelf. Het was maar wat ik ermee deed. Met een mes kon je vlees snijden of iemand doden. Met vuur kon je koken of een huis in brand steken. Misschien klinkt het vreemd dat ik daar aan tafel door een toevallig gesprekje met mijn dochter opeens het licht zag. In ieder geval liet dit heldere inzicht mij niet meer los.

Maak jouw eigen website met JouwWeb